Habeas corpus |
TEKST |
vrijdag 20 maart 2009 om 20:31 uur. | Terug naar Gedichten
Dit werk werd reeds 2282 maal bekeken.
12 juni 2008 Wij hebben een lijf, omdat we geen stad zijn, omdat we taarten eten, smoutebollen bakken, omdat we geen klaplong zijn, geen palliatief verhaal, Wij hebben een lijf, omdat we geen stad zijn,
geen samengedreven vee, geen blauwe r
die aanrolt op het betonrot van een havendok
er joelende kinderen spelen,
omdat de boer zijn boerin hier kust, er nog
een molen staat, er geen metaalmoeheid raast
geen geslepen gebit van een baggerkraan
omdat we hier ‘s avonds de soep uitscheppen, bij elkaar
op de stoep, om ons gezicht een laatste praatje slaan
en “ zie je” zeggen, en “ook zo”, we ons Doel
noemen, niet Guantanamo Bay
Opmerkingen:
“Habeas corpus” is een actueel, nostalgisch en toch ook strijdvaardig gedicht waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen de rechtenlozen in Doel en de gevangenen van Guantanamo Bay. Het staat sterk door zijn ritmiek en het contrast van poëtische en volkse taal. Het is een gedicht op niveau met een universele titel en krachtige beelden: “omdat de boer zijn boerin hier kust”, “omdat we hier ’s avonds de soep uitscheppen, bij elkaar op de stoep zitten…”.
De jury besliste dan ook unaniem om de eerste prijs toe te kennen aan dit gedicht.
De nieuwe dorpsdichter van Doel wordt dus Frank De Vos.
Mark Meekers, juryvoorzitter