Meerpaal V |
TEKST |
vrijdag 10 juli 2009 om 10:00 uur. | Terug naar Gedichten
Dit werk werd reeds 4217 maal bekeken.
Meerpaal V Mijn klamme grot, onze namen gaan er samen, en buik de aftelsom, af te trekken onder steunende op het vurige meubel van een kus in een tijd zonder
unisono met gekromde rug. We glijden, we tellen
de verkleinwoordjes die we schrijven, tussen vers
lakens op verzengde adem genstert het amber van
de aarde in de rauwe roep van een koekoeksjong,
overzijde, de allegria van een coïtus.