Noli me tangere VI (slot) |
TEKST |
vrijdag 10 september 2010 om 11:27 uur. | Terug naar Gedichten
Dit werk werd reeds 3709 maal bekeken.
Dit kleed is het rafelige, restje huid aan een schedel, en te vertrouwd voor woorden van een verkeersader uiteindelijk, o vanitas met stierenbloed bekleed,
zompend tussen dode vissen; lappenpoppen
zonder vulling in een opgedroogde vijver.
gelopen, zwaar gehavend, zwartgeblakerd, afgemeerd
in de drab op begane grond, de jaloezieën schalks
en door leeftijd niet vermoeid, gesloten.
de dracht van een vluchtige scheur aan wiens hand
een gouden ring het ooit aan een dode vinger siert.