Oorlogstaal, een luchtverfrisser voor kwalijke geuren

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

dinsdag 21 september 2010 om 09:46 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1532 maal bekeken.



Oorlogstaal, een luchtverfrisser voor kwalijke geuren.

‘Wat vermag de waarheid, naakt en koud tegen de versiering en de
de aantrekkelijkheid van de leugen’ Anatole France.

Taal, mijn taal. Waarom blijft voor deze onmin mijn begeestering en fascinatie duren? Omdat ik er niet buiten, niet zonder kan?
Want het is en blijft een pracht van een hoer, wulps en te koop voor al wie haar wil betalen, Daarom is deze een mutant uit een goedkope sciencefiction film, iemand met drie of meerdere armen of ogen en waarvan je niet weet welke hand je moet schudden en in welk oog je kijkt.

Sinds we onze grot verlieten, het gezucht, gekuch, gerochel, het gekreun, de onomatopeeën in verstaanbare klanken stierven, besloop de ontmanteling in woorden, begon het uitdijen op water in een beweging met concentrische cirkels . De afgeketste stenen staken we op zak. Ze blijven nat. Ik persifleer hier de beeldspraak van José Hierro uit de inleiding van zijn prachtige, laatste bundel ‘Cuaderno de Nueva York’ die ik jaren geleden op een bank in Santa Cruz de Tenerife las. Deze grote Spaanse dichter ontving voor zijn oeuvre tal van literaire prijzen zoals de Premio Principé de Asturias en de Premio Cervantes de las Lettras. Hij stierf in december 2002.

Opmerkelijk is de verfijning van deze ontrafeling. Opmerkelijk hoe in oorlogstaal de meest lieflijke adjectieven worden gebruikt voor het meest brutale dat de mens kan aanrichten.
Denk maar aan het woord ‘zijdelingse schade’ of ‘collateral damage’ dat zo deskundig en afgemeten wordt gebruikt in ‘The Land Of The Free’. Alles werd ontvleesd, het slijm en bloed van open gescheurde ingewanden fijntjes weggesneden. Denk maar aan ‘gericht uitschakelen’, ‘ veiligheidszone’, ‘veiliger toekomst, of de kwaliteitslabels op wapenbeurzen zoals ‘combat proofed ‘ betrouwbaar en innovatief’, ‘geworteld in traditie’, ‘een nieuw ras van vliegtuigen’ met ‘brein en spierbundels’, ‘ vergeet-projectielen’ met een ‘stalen regen’. Denk maar aan een slachtpartij die wordt herleid tot een ‘tragedie’, op zijn Grieks dus zoals Sophocles ze schreef. Gebieden worden  veroverd alsof het een zaak van roerend goed betreft, een fout wordt vertaald tot ’bewijs’.(1) Prozaïscher kan het niet.
Deze woordverbindingen ogen als een keurig, nieuw samengesteld gezin. Deze schat is eindeloos potsierlijk. Ze scheren als een tondeuse een bikinilijn die de wildgroei van schaamhaar schaamteloos beheert.

Zijdezoet wordt taal verkracht, misbruikt, de semantiek ondergraven.
Men plaatst het dranghekken waarmee de afschuwelijke vernietiging netjes op afstand wordt gehouden. Het heeft ons ook mentaal voorbereid op de coma van het kritiekloos aanvaarden. Door dit woordgebruik wordt de verschrikking zo ver mogelijk van ons zacht donsbedje gehouden. Het zoete ervan hangt als een wellevende paperclip aan onze tong. Het werd rijkelijk ‘ingebed’ en ‘gecontroleerd’ met een haast kerkelijk imprimatur, op de scharnieren van ‘veilige definities’ door verre hoofdkwartieren vrijgegeven. We draaien deze evangelies als honingdraden door onze ochtendthee bij de dagelijkse krant.

Hoe ver staan wij opnieuw van een genocide op Armenen, een Auschwitz voor Joden, de Einsatzgruppen aan het Oostfront die verder gingen dan wat werd bevolen, My Lai, de Falangisten in Shabra en Shatila, de uitroeing van Moerasarabieren in Irak, de embargo’s
op medicijnen voor de behandeling van kankers bij kinderen die werden veroorzaakt door munitie met uranium die weliswaar teder werd verarmd?
Ondertussen klettert het in Centraal Afrika en Afghanistan, liggen de lucifers voor de brandstapels in Jemen en Iran in de hand.

Hoe versteld zullen wij weerom staan? Voor hoeveel waaromvragen zullen wij weerom staan bidden, de afschuw uiteindelijk in opgedragen missen? Hoeveel bibliotheken zullen wij weerom bevolken met het waarom op het wrakhout van het gekapte regenwoud?

Het simpele antwoord is: ‘omdat wij er klaar voor waren’. We zullen er altijd klaar voor zijn. Wij staan er altijd middenin. Onze daden worden omzichtig, haast ingetogen verwoord, met finesse geciseleerd en fijn gesneden, klaar voor de court-bouillion waarin het tot een lekker kreeftje wordt gekookt. Deze ‘purity of arms’ met ‘onze helden’, ‘de bewakers van recht, geloof of democratie’, gebruiken wij als een ontgeurder voor het geronnen bloed op het toilet van deze taal: een luchtverfrisser met de gebruiksaanwijzing ‘Gelieve tweemaal te drukken na het drukken’.

Deze week vroeg de Navo aan België om bijkomende soldaten naar Afghanistan te sturen

Frank De Vos
___________________________________________________________________________

(1)De tussen aanhalingstekens geplaatste woorden in deze alinea komen uit het indrukwekkende ‘ The Great War for Civilisation-The Conquest of the Middle East’ van Robert Fisk. Jarenlang was hij verslaggever voor The Independent. De titel van deze krant is letterlijk te lezen. Wanneer ik hem las, gaf ik hem steeds het epitheton ‘De oprechte’.
(2) Deze werden kriskras uit de mond van geopolitici geplukt en van commentatoren uit de media.
 




Vorige werk: Familiedrama te Laken. Terug naar overzicht Maatschappij  Volgende werk: Living within the truth, Chaput.