Brief aan een dichter

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

maandag 21 november 2011 om 17:11 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1567 maal bekeken.


Deze column verscheen eveneens op de blog van Henri Floris Jespers.  


Achtbare Dichter,
Jouw verhaal greep mij aan. Het heeft me het ganse weekend bezig gehouden. Onwillekeurig moest ik denken aan ‘See me, feel me, hear me, touch me’ van The Who op het Woodstockfestival in 1969. Het was een film ‘Kinderen toegelaten’ en toegegeven dit ‘Nihil obstat’ was voor ons – pubers - een gedroomde gelegenheid om de eerste blote borsten wiebelend op het witte doek te bewonderen. Maar dit terzijde.
Wat ik hierna schrijf moest me van het hart. Uit de grond van datzelfde hart - ab immo pectore in dat gehate Latijn- hoop ik dat de vele citaten die ik gulzig zal rond strooien, niet te pedant zullen over komen. Ik draag geen ‘Hoet’, ik ben en ik wil geen lichtbak of kunstpaus zijn en om Johan Anthierens zaliger er nog even bij te sleuren: ik ben ‘niemands meester, niemands knecht’.
Je vertelde me dat je niet als een ‘volle’ dichter wordt bekeken want je hebt nog geen bundel gepubliceerd. Volgende vraag kriebelde in mijn baardje: ‘ Wat is de waarde van een titel?’ Voor zover ik weet is ‘titelaturologie’ nog geen wetenschappelijke discipline, laat staan een sport die door het Olympisch comité werd aanvaard. Je kunt er geen medaille mee winnen. En een podium kan je ook als een schavot bekijken. Dus wat maakt het uit of men je al of niet met ‘ dichter’ wil aanspreken.
Een tijdje terug las ik een citaat van Arthur Schopenhauer op de blog van Henri Floris Jespers:
‘Zowel in de kunst als in de literatuur is er op bijna elk moment een onjuiste zienswijze, gewoonte of manier van doen die in zwang is en bewonderd wordt. De oppervlakkige geesten zijn er altijd druk mee bezig zich die eigen te maken.’
Ik kan begrijpen dat het niet prettig is wanneer je niet ernstig wordt genomen of wanneer men je afwijst. Het veroorzaakte gebrek heet eenzaamheid en dit doet pijn. Je dient de vraag te stellen of je daarom jezelf mordicus moet confirmeren aan de afwijzende goden. Moet je nu echt zoals een wagen met een gelijkvormigheidsattest door het leven huppelen?Moet je daarom jezelf die soms steriele hoogstandjes laten aannaaien om te schrijven zoals het ‘hoort’? En je denkt er aan om een schrijfcursus te volgen? Hobbyclubs zijn goedkoper en een zelfhulpgroep is goed voor een AA.  
En bij wie denk je die te volgen? Bij dezen met een hoge ‘Hoet’? Het regentaat kennen we uit de Nederlandse geschiedenis. Het was een kleine kaste die elkaar de oliebollen toe speelden. Vandaag heet dat regentschap ‘netwerking’. Lees wat Marcel Van Maele hierover schreef:
‘onveranderd stroomt hetzelfde beschamende, kleffe jargon over de wereld, om de macht en de rijkdom van enkelen in stand te houden of te ontzien, en de onmondige massa in slaap te wiegen met hypnotische toverformules. De officiële wereld, de wereld van de Eerbiedwaardige Cultuur, bestaat bij de gratie van een ontzaglijke woordzwendel’
En als je dan toch geld wil uitgeven waarom investeer je dan niet in jezelf? Er is niets mis met een mooie bundel in eigen beheer en een isbn kan je zelf aanvragen. Denk je nu echt dat de oplagen van de poëzie van de Eerbiedwaardigen zo groot zijn? Bekijk hun noodlanding in de ramsj bij De Slegte. Het is natuurlijk zo dat je voor overheidssteun niet in aanmerking komt wanneer je in eigen beheer uitgeeft, laat staan voor de lezerslijst van de Stichting Lezen. In die krimpende markt van poëziepublicaties is er nog veel werk aan de winkel voor de V.A.V. Dringend dienen hier voorstellen te worden uitgewerkt zodat je de hoge ‘Hoet’ niet moet opzetten. Wist je dat ‘Leaves of Grass’ van Walt Withman in eigen beheer werd uitgegeven?
En het commentaar? Klets op je billen van het lachen. En als je iets schrijft leg het een tijdje weg. Bekijk het dan opnieuw en lach nog harder tot je bent uitgelachen.
Wil dit nu zeggen dat je niet mag open staan voor kritiek. Toch wel maar dan  zoals Vladimir Nabokov het ziet: ‘ I find criticism most instructive when an experts proves to me that my facts or my grammar are wrong’. UITSLUITEND ‘facts’ en ‘grammar’, al de rest is jouw soevereine beslissing, Achtbare Dichter.  
Als ik je één leesteken mag aanraden dan is het wel een onzijdig punt, een heerlijk sieraad waarmee je een zin afsluit. Gebruik het veelvuldig in volgende: Men houdt van je of men houdt niet van je, men wil je lezen of men wil je niet lezen, men vind je goed of men vind je niet goed.(punt) Zo simpel is het.
Rainer Maria Rilke is een van mijn vele lievelingsdichters. Zijn ’Brieven aan een jonge dichter’ las ik vele jaren geleden. Uit een brief aan Franz Xaver Kappus die hij in februari 1903 schreef, geef ik je volgende passage ter overweging:
“U vraagt of uw verzen goed zijn. U vraagt dat aan mij. U hebt dat eerder aan anderen gevraagd. U stuurt ze op naar tijdschriften. U vergelijkt ze met andere gedichten en u maakt zich ongerust als bepaalde redacties uw dichtpogingen afwijzen. Ik verzoek u bij deze (nu u mij hebt toegestaan u raad te geven) daar helemaal van af te zien. U richt uw blik op de buitenwereld, en dat nu zou u vooral niet moeten doen. Niemand kan u raad geven en helpen, niemand. Er is maar één enkel middel. Voel uzelf aan de tand. Onderzoek de reden die u dwingt te schrijven; ga na of die reden tot in het diepst van uw hart zijn wortels uitstrekt, beken uzelf of het uw dood zou zijn als u niet meer zou mogen schrijven. En vooral dit: vraag uzelf in het stilste uur van de nacht af: moet ik schrijven? Wroet in uzelf naar een ernstig antwoord. En zo dit bevestigend luidt, zo u die serieuze vraag kunt beantwoorden met een krachtig en eenvoudig ‘ik moet’, stem dan uw leven af op die noodzaak; uw leven, zelfs het onbeduidendste en geringste ogenblik ervan, moet in het teken staan van deze aandrift en ervan getuigen. ”
Voor velen van mijn dichtersvrienden is poëzie een vorm van een lieflijke dwang om te dwalen in die meerdere lagen van de taal, de zoektocht naar metaforen, de behoefte om te verwoorden. Al de rest is bijzaak. Ik sluit me hier graag bij aan. 
Tot slot slinger ik nog twee citaten om je oren:
« La parole juste ne peut naître que de notre fidélité à nous-mêmes. » - .Georges Haldas.
En
’Whatever you write, never compromise your work, and if you plan to write for money or for fame, do something else’ Samuel Becket
Wentel u vooral niet in de hangmat van frustratie. In de zetels van het ‘Salon des refusés’ kan je alleen maar hangen. En dat laatste werkwoord is echt geen mooi zicht. Je moet het gedilateerd geblaat maar eens nalezen. Het zal u daarom niet verwonderen dat ik wil zitten en wel op een stoel, de mijne.
Uw toegenegen contrapunt,
Frank De Vos.
 




Vorige werk: Mail, don Terug naar overzicht Letteren  Volgende werk: La langue de l’empire, lingua Franca in Limburgse bibliotheken.