Mijn stad heeft slecht geslapen

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

woensdag 28 december 2011 om 10:13 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1713 maal bekeken.


 ‘Mijn stad heeft slecht geslapen’.
      

       Een warme terugblik op Herman J.Claeys, 23 mei 1935 – 29 december 2009.


Na een slapeloze nacht denk ik dikwijls aan ‘Mijn stad heeft slecht geslapen’, een lied van Johan Verminnen waarvoor Herman J. Claeys de tekst schreef. Op donderdag 29 december is het twee jaar geleden dat deze geëngageerde gentleman, dichter, vertaler en neerlandicus in het Grote Niets ontsliep. Getrouw aan zijn opvattingen blijft hij een van de meest markante en consequente mensen die ik heb mogen ontmoeten.

Tijdens de laatste twee jaar voor zijn afscheid had ik met Herman regelmatig en intensief contact. Elke colloque singulier werd een ervaring met verrijkende, vervullende en onthullende momenten. Hij was altijd bereikbaar en nooit verlegen om me onmiddellijk verder te helpen wanneer ik bijvoorbeeld met een vraag over ons geliefde Nederlands zat.

Er was eens een man die altijd rechtvaardig was’. Dit ‘Sprookje’ van Herman de Coninck is als het ware voor hem geschreven. Want rechtvaardigheid is voor deze dichter een absoluut kernwoord. Het was ook heerlijk om met hem van mening te verschillen. Nooit was er rancune en altijd bleef hij hoffelijk wanneer ons ideeëngoed haaks op elkaar stond. Dit talent is slechts weinigen gegeven.

Ik blijf hem dankbaar voor zijn aanwezigheid op mijn activiteiten, zoals op mijn Valentijnsavond – Herman noemde dit feest “Allerharten”- met liefdespoëzie en muskaatwijn uit de Languedoc als referentie naar de troubadourlyriek, mijn actie ‘Bedichting van een dorp’ in Doel of op de Antwerpse Boekenbeurs tijdens ‘Doel, mijn stervend kind’ in de oranje zaal.

 Ondanks het feit dat hij zich zorgen maakte en zich zeer bewust was van zijn terminale toestand, liet hij nooit de schouders hangen, was er geen mespuntje bitterheid te bespeuren. In zijn blessuretijd kon hij nog ontzettend genieten. Het leek alsof hij elke minuut die hem nog werd gegund met gezelligheid wou vullen. Zo werd mijn optreden met mijn Quirilian-liedjes op het Groot Begijnhof in Mechelen rijkelijk met een schalkse lach en gulzige rode wijn overgoten.

Het blijft opmerkelijk hoe hij met zijn vergankelijkheid omging zoals blijkt uit zijn gedicht ‘Gezwel’ dat hij met zwarte ironie zwaar heeft doorregen.

Gezwel

De minst correcte vorm van humor
is spotten met je hersentumor,
vooral als die kwaadaardig is
en bovendien slagvaardig is
en onverwoestbaar : « terminaal »
in radiotherapeutentaal.

Waarom men mij dan blijft bestralen ?
en ook nog chemisch wil verschralen ?
Omdat verplegers willen scoren
en hun patiënten ringeloren,
en als ik door zo’n tunnel glij
graag grapjes maken over mij,
waarmee ik dan niet lachen kan
want ik lig roerloos aan de scan.

Mijn uitvaart heb ik al geregeld
en zelfs mijn grafschrift is bezegeld :

HIER LIGT DE DICHTER
H.J.C.
IN GOED GEZWELSCHAP
R.I.P.


Omdat zijn lijf meer en meer een peau de chagrin werd vroeg hij me om op ‘ De nacht van de Boze dichters’ van het Masereelfonds in Sint Niklaas en tijdens een Doelavond in Antwerpen zijn gedicht ‘Twin Towers ‘ voor te dragen. Wat was ik toen fier…
 

Ik koester onze vele veelal nachtelijke gesprekken die uiteindelijk uitmondden in mijn eerste ‘Dichterlijk met suikerbonen’ op 22.11.2008 met Herman op het podium in Den Hopsack in Antwerpen. (*) Het was een schuchtere poging om zijn ‘andere’ poëzie te belichten. Dus niet zijn maatschappijkritisch werk zoals het bekende ‘Gewapendertaal’ of ‘Kerstgedicht’.
We droegen toen voor uit zijn cyclus ‘Woordspiegel’, ‘Waterstadsgedichten’ of ‘Liefdesgedichten’ zoals het mooie, erotische gedicht ‘Branding’.

Branding

Zij schroeit zich
aan de branding van mijn trots
die als een kegelrechte rots
uittorent in de deining
van haar baai,
en in de oksel van haar zeearm prikt
zoals een gaai
zijn snavel in de kwelder wrikt
tot hij op diep verscholen prooien botst.

Zij brandt zich
aan de schroeiing van mijn trots.

                                 Herman J.Claeys.

Zijn twee romans:‘ Steen’ en ‘Het geluid. Suite in vier bewegingen’ bekleden een ereplaats in mijn bibliotheek.
Hij mailde me ook meer dan dertig gedichten. Misschien kan zijn nooit gepubliceerde werk ooit definitief aan het papier worden toevertrouwd.

Frank De Vos

(*)De link naar Dichterlijk met suikerbonen met Herman J.Claeys :http://www.youtube.com/watch?v=aYv0slaEvmQ


 




Vorige werk: Het Europees Dichtkunstfestival Terug naar overzicht Letteren  Volgende werk: Mail, don