Upstairs-Downstairs: Trien van de nieuwe winkel.

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

zaterdag 4 augustus 2012 om 16:35 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 2195 maal bekeken.


Upstairs-Downstairs: Trien van de nieuwe winkel.

Een van mijn overgrootvaders was Adrianus Rubbens, het kakkernestje van een rijke herenboer uit Chaam in het Nederlandse Noord-Brabant. De marmeren communiebank en de kruisweg in de parochiekerk werd door de familie geschonken. Jan-Baptist, zijn oudste broer stierf op zijn vierentwingste in 1865 als zouaaf voor zijn Pio Nono te Rome. Aan deze Pius IX danken we het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria en de Onfeilbaarheid van de Paus. Ook in de 19e eeuw ratelden de preken van op de kansel voor de verdediging van het geloof, in dit geval de stoel van Petrus. Vorige eeuw was het dan weer “Moskou of Rome”, vandaag de “ Jihad” waarvoor jeugdig idealisme wordt misbruikt.

Van Jan Baptist bewaar ik zijn inschrijvingsformulier, zijn doodsprentje en de brief van de aalmoezenier van zijn regiment aan zijn ouders. Deze schreef dat Jan Baptist als "een Godsvruchtige, Christelijke mensch" was gestorven.
Een kopie van zijn foto schonk ik aan het Zouavenmuseum in Oudenbosch. Hier staat eveneens een replica van de Sint Pieters basiliek. Het was het verzamelpunt vanwaar ze over Brussel naar Marseille vertrokken waar ze inscheepten voor Rome. Het Katholieke Zuid Nederland en in mindere mate Vlaanderen was een dankbaar rekruteringsgebied voor deze huurlingen. Interessant om weten is dat het Zouavenleger (11.000 man) dat werd ingezet tegen Garibaldi bijna voor 1/3 uit Nederlanders bestond.

Mijn overgrootmoeder droeg zoals ze zeggen ‘ de broek’ want mijn overgrootvader Adrianus was eerder een terug getrokken man. Slechts eenmaal per jaar trok hij ze toch aan en toonde zijn katholieke aanhankelijkheid door ostentatief mee te lopen in de processie. En dat in het ‘rode’ Hoboken van voor de eerste wereldoorlog! Natuurlijk wekte dit de grote ergernis op van mijn overgrootmoeder, Trien van de nieuwe winkel. Samen waren ze in 1906 op ‘T Heike, een kruidenierszaak begonnen en van die van ‘den baseng’ en die ‘ van de metalurgie’ moesten ze leven.

Catharina was een dochter van een Kempisch keuterboertje uit Minderhout en als jong meisje moest ze gaan ‘dienen’ op de herenboerderij van Rubbens in Chaam. Gelet op de klassenverschillen van die tijd at de familie aan een tafel met een wit tafellaken. Het werkvolk zat wat verder aan een aparte tafel zonder tafellaken. Tijdens de lange winteravonden aan de haard moesten ze kousen stoppen of breien want ledigheid was nu eenmaal het oorkussen des duivels. Dagelijks werd de rozenkrans gebeden en Jan Baptist herdacht.


Een van de bezigheden van Adrianus bestond eruit dat hij elke morgen zijn moeder en zussen naar de kerk moest voeren met een calèche, een kleine paardenkoets. In de kerk hadden zij vooraan ieder hun privé stoel met hun naam en een kussen om zacht te knielen. Wanneer het jaarmarkt of kermis was kreeg hij naast wat nikkel een Daalder mee. Het was een stuk van 2.50 Gulden, een flink bedrag.
Hij mocht dit enkel laten zien en gelet op de oranje zuinigheid moest hij dit ‘s avonds terug inleveren. Keeping up appearances avant la lettre.
 

Catharina werd na enkele jaren van het erf gezonden omdat Adrianus opmerkelijk veel ( te veel )aandacht aan haar schonk. De zoon des huizes die met een meid aanpapte? Ondenkbaar zoniet ongehoord was zoiets in 1884.

We schrijven 1894, tien jaar later. Antwerpen is de gaststad voor de Wereldtentoonstelling. Catharina en Adrianus lopen er elkaar opnieuw tegen het lijf. Cupido schiet er op los en ze blijven aan elkaar kleven. Ondertussen zijn de ouders van mijn overgrootvader overleden, in Chaam is alles verkocht. Na enkele omzwervingen als pachtboer voor Baron Cogels in Wijnegem belanden ze in Hoboken. Zo werd Catherina ‘Trien van de nieuwe winkel ‘ en mijn grootmoeder ‘ Anna van Trien van de nieuwe winkel’. Mijn moeder werd op haar beurt ‘Maria van Anna van Trien van de nieuwe winkel’

Tot dusver deze Upstairs-Downstairs-lezing,
Mijn katholieke wortels zijn bij dezen eveneens ten overvloede bewezen.

Met oranje bloed,
Frank De Vos

 

 




Vorige werk: Over mijn fobie voor boeken met een kerkelijke afwijking. Terug naar overzicht In de armen van Clio Volgende werk: Ça-va-seul, een kleine geschiedenis.