Een muziekaperitief: Strijkkwartet #2 ‘Mondriaan’ |
TEKST |
woensdag 10 oktober 2012 om 13:12 uur. | Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1473 maal bekeken.
Een muziekaperitief: Strijkkwartet #2 ‘Mondriaan’ van Jan Hendrik Van Damme. De Russische componist, Moessorgski (1839-1881) is vooral bekend door Schilderijen van een tentoonstelling, een romantisch werk dat hij naar aanleiding van zijn bezoek aan een tentoonstelling componeerde. Deze zestiendelige pianowandeling is een veel bewerkte compositie; door klassieke componisten zoals Ravel over jazzarrangementen tot en met de rockgroep Emerson, Lake en Palmer. Ut pictura musica, zoals een beeld weze muziek. Naar aanleiding van zijn bezoek aan een Mondriaantentoonstelling in Den Haag schreef componist Jan Hendrik Van Damme (1965) Strijkkwartet #2 ‘Mondriaan’. Dit dodecafonisch werk werd op zondag 7 oktober in het districthuis van Ekeren door het strijkkwartet Arco Brillante uitgevoerd. Het werk bestaat uit Bomen, Lozenge#1, Primaire kleuren, en Molen. Het zijn de namen van de vijf schilderijen van Mondriaan die tijdens de uitvoering van deze vijfdelige compositie werden geprojecteerd en die de inspiratiebron vormden van de componist. Dodecafonie zegt U? Arnold Schönberg (1874-1951) was de uitvinder van deze voor mij nogal moeilijk te beluisteren vernieuwing. Ik moet eerlijk toegeven dat ik – nochtans een amechtige muziekfanaat – er met een lichte koudwatervrees naar toe was gegaan. Ik had ongelijk. Het is een frisse, elegante en bijzonder toegankelijke compositie. Opgelucht leste ik mijn dorst met één zuinig glaasje dat door het District Ekeren tegen inwisseling van één geton in een ‘primaire’ gele kleur werd aangeboden. Ik laat hieronder graag de componist zelf aan het woord. Frank De Vos Voor ik het schilderij ‘ Victory Boogie Woogie’ in het Gemeentemuseum in Den Haag zag vroeg ik me ook soms af wat kunstkenners zo bijzonder vonden aan de kleurvlakjes van Piet. Maar de onbeschrijfelijke, en onverwacht emotionele ontlading die Victory Boogie Woogie bij mij teweegbracht –flabbergasted zeggen de Engelsen- deed me verlangen naar meer. Dus keerde ik vaak nog terug naar Den Haag. Om ‘ in het echt’ en niet uit een kunstboek of een toiletkalender te genieten van van oranje-blauwe duinen, gele bomen, landelijke natuurtaferelen, bloemen, planten en engelachtige vrouwen in alle stadia van extase en stillering, hoekige zelfportretten, oogverblindende molens, of torens en zinderende, keurig en kleurig geborstelde rasterwerken. En dat alles in dat mooie gebouw van Berlage! Bovendien: na het consumeren van wat kunst nog even uitwaaien op de dijk van Scheveningen… Men zou voor minder een strijkkwartet gaan schrijven. Op een overzichttentoonstelling van het werk van Mondriaans tijdgenoot Calder – alweer in Den Haag- stond ik voor het eerst oog in oog met de Compositie met groot rood vlak, geel zwart, grijs en blauw uit 1921. Opnieuw een coup de foudre. Dat werk vormt dan ook het uitgangspunt voor, en het middelpunt van mijn compositie. Zo ging ik daarbij te werk: ik maakte een gele, een rode en een blauwe vierklank die samen een twaalftonenreeks vormen. En die reeks nam ik als uitgangspunt voor alle delen die aan elkaar aansluiten. Ik sprong met dit gegeven erg vrij om, en liet bijwijlen mijn fantasie heerlijk en compleet ontsporen, daartoe aangezet door het toeval en de mystieke inspiratie die Mondriaan ook in zijn werk toeliet. Bij figuratieve schilderijen is mijn muziek melodischer. Bij de geometrische schilderijen wordt de uitwerking gestileerder, meer op voorhand bedacht en aan strengere regels gebonden’ Jan Hendrik Van Damme.
‘ Wanneer ik vrienden vertelde dat ik werkte aan een strijkkwartet rond Mondriaan kreeg ik meestal dezelfde vraag: ‘Vind jij dat mooi?”. Ik gaf telkens een ander antwoord. Op mijn vraag – of ze deze schilderijen al in levende lijve hadden bekeken- was het antwoord meestal ‘nee’.