Ontmoetingen: De reikende armen van Lebuin D'Haese |
TEKST |
maandag 19 november 2012 om 00:56 uur. | Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 2511 maal bekeken.
De reikende armen van Lebuin D’Haese. Dit is een tijd van haken ogen, Ik heb slechts 1 paar schoenen en Antwoord in crisistijd, Lebuin D’Haese. Mijn warme kunstvriend, Hobokenaar Lebuin D’Haese werd geboren te Sint Niklaas op 13 juni 1956. Hij is vooral gekend als beeldhouwer met vele tentoonstellingen in België, een aantal Europese landen, Bolivië en Chili. Hij is inderdaad de neef van de illustere Roel D’Haese. In tal van galerieën en beeldentuinen behoort zijn werk tot de permanente collectie. Tot 16 december loopt een grote overzichttentoonstelling van zijn beelden, etsen en tekeningen in kasteel Sorghvliedt en in de recent gerestaureerde orangerie te Hoboken. Deze is te bezoeken telkens op zaterdag en zondag van 14u tot 17u in de Marneflaan. In 2008 verscheen: ‘ Ook uit blauwe lucht valt regen”. Het werd een lijvig fotoboek met 24 gedichten bij de vele illustraties van zijn beelden. D’Haese is eveneens dichter en dus een dubbeltalent. De cataloog die tijdens de expositie aan elke bezoeker gratis wordt aangeboden kreeg de vorm van een rijk geïllustreerde gedichtenbundel waarbij de 21 gedichten naast de afbeeldingen werden geplaatst of er doorheen werden geweven. In 2010 was hij uitgenodigd voor een tentoonstelling in Chili. Daar schreef hij zijn “ Berichten uit Isla Negra” die in de bundel werden opgenomen. (Isla Negra is een dorpje aan die immense Chileense kust waar Pablo Neruda zijn huis liet bouwen.) Deze cyclus met 11 gedichten vertrekt vanuit zijn “pure ervaring” waarin hij als een bevlogen waarnemer balanceert tussen “eenvoudig als gewoon bewogen” en de donkere ‘woelende koppen van woede/kracht met een grote grijns’. Lebuin is een onderzoeker van de mens in zijn wereld. Betrokkenheid en sociaal engagement is de habitat waarin hij leeft en waarin hij zijn terracotta beelden samen met zijn verzen laat groeien. Steeds kijkt hij “Door het raam/mijn kader op de wereld/mijn zicht”. Opvallend zijn de reikende armen van Lebuin die terug komen in veel van zijn figuren; verlangende armen die als ankers worden geworpen naar de weidse buitenwacht. Zijn kunst is “ een open huis met welbespraakte bewoners vol kleurrijke tattoos” Heel bewust kiest hij daarom voor de figuratieve vorm met beelden die direct aanspreken. Zijn poëzie is even transparant en ademt in dezelfde terracotta die is gepoot in de geur en kleur van warme gebakken aarde. “Een beeldhouwer naar mijn kapershart die zijn verzen beeldend muzikaal boetseert tot lavend schuim, ondanks alles tegen de oppervlakkigheid en onttovering in” Het opus van Lebuin is een ‘Infiniti” en kent geen einde. Het is een oceaan “gegriefd blijft ze rollen en slaan/bijt ze vast naar los….loopt om en uit/vloedt op en ebt/is en was..’ Frank De Vos
van stram en krom gebogen,
van lukraak slaan en
de bal verliezen,
naar het doel toelopen en
toch moeten kiezen,
van krimpen om te rijzen,
en reizen om te vergeten:
een weg om uit te lezen
schrijft Peter Holvoet-Hanssen in het voorwoord.