Heibel tot in den treuren. |
TEKST |
donderdag 13 december 2012 om 16:09 uur. | Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1909 maal bekeken.
Heibel is Kempisch, oerdegelijk droog Kempisch zand. Het presenteert zich trots als “een blad zonder blad (voor de mond)” Het noemt zich een ” Onafhankelijk-kritisch-satirisch-polemisch tijdschrift.” Heibel, de blauwe hemel voor geliefde knuffelberen, de brandstapel voor verketterden. Al naargelang kringelt aan ieder ezelsoor de wierook of smeult de brandlucht van een gloeiende sintel op deze balkende brandstapel. Walter van den Broeck is niet meer, althans niet in Heibel. De laatste botten van dit nog levend literaire lijk werden verbrand, de as verstrooid. In de slijtageslag van herhaaldelijke vervolgverhalen werd alles boven gespit. Wat je ook maar kunt bedenken werd voor het nageslacht afgestoft : zijn schoenmaat, de kleur van zijn onderbroek met frontstreep, de belle vue op zijn arbeiders-decolté, zijn vuile sokken, de curryworst special, maar vooral wie hij wel groet en wie niet (Heibel valt blijkbaar onder de laatste categorie). Je houdt het niet voor mogelijk hoeveel pittige weetjes in Herentals achter de lambrisering steken. Kortom het relevante à la Story op Kempische ezelspoten. Kortom het zerpe gekraak van frustratie over van den Broeck nam een einde. Ook Dallas stierf een late dood. Oef… Het einde van Heibel dacht u? In het laatste nummer verscheen vermoedelijk de eerste aflevering van een nieuw feuilleton. De titel is nog niet definitief maar naar alle waarschijnlijkheid wordt het zoiets als ‘Jef Geeraerts, dé negerinnen-neuker”. In liefst negenendertig bladzijden wordt het erotische gangreen van Geeraerts met de nodige kutjes en kalfjes “geduid”. In een apart kader wordt deze bijdrage fijntjes een essay genoemd. Een Heibel- essay natuurlijk want het is een “kritisch” en satirisch blad met vele nagels zonder kop. Een “essay”? Een opgezwollen clitoris klinkt beter. Met een sneer naar de Arkprijs van het Vrije Woord komt in de rubriek “ Literaire Heiligen of Platte Hoeren?” ondermeer Peter Holvoet-Hanssen in het opgeblonken vizier: “dat ook de harten van linkse jongeren, zoals HaHa, nog steeds doet zwellen.’ en “Peter HaHa….als een coureur die de Trofee van de kermiskoers van Schellebelle heeft gewonnen” Tussen het lokale wereldnieuws over de verstuikte kleine teen van boer Poelmans en driepotige zeug van boerin Amelie, heeft er in de Olense Cronycke misschien wel iets gestaan over de ere-stadsdichter en de mobilisatiekracht van het poetische fenomeen, Peter Holvoet-Hanssen. Allicht is dit aan de oerdegelijke aandacht van de oerdegelijke redactie van deze oerdegelijke Rederijkerskamer ontsnapt. Tot bladzijde 72 heb ik het geheibel op deze Antwerpse parking volgehouden. Frank De Vos
Brandstapels zijn en blijven een oerdegelijke, Katholieke traditie.
Heibel is voortaan te glad om zelfs het papier ervan op mijn kleine kamertje te recycleren.