Engelskiljonisme, een opstijgend grondvocht |
TEKST |
maandag 7 november 2016 om 10:46 uur. | Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 2000 maal bekeken.
Engelskiljonisme: een opstijgend grondvocht Salve Lector, Wanneer het cultuur betreft wordt het modewoord ’neoliberalisme’ steeds met de liefdevolle, warme mantel toegedekt want ik ken geen enkel warenhuis waar men 10€ toegang moet betalen. Niettemin is dit het geval voor de Boekenbeurs. Aan de koffeecorner kost een kop koffie in een kartonnen beker 2.50€- 2.90€ en om deze uit te plassen 0.50€. Helaas aan mijn signeersessie heb ik met mijn ‘Verdwaalpalen’ geen verstuikte signeervinger overgehouden. Als een goudvis in een aquarium, op stand 117 van het Poëziecentrum, zat ik zoals iedereen blinkend naar aandacht te happen. Op deze place m’as-tu vu hoort het er nu eenmaal bij. Ik dampte van geluk toen ik in drie bundels, aangekocht door voortreffelijke mensen, een opdracht mocht schrijven. Mijn Parker vulpen heb ik daarna terug in de binnenzak van mijn zondags pak gestoken. Zelfs propere kousen en dito ondergoed had ik aangetrokken. Denkend aan het percentage op 16€ maakte ik in alle stilte de rekenoefening voor twee uur noeste wachttijd. Zwaar onderbetaald heb ik het lidmaatschap van een of andere schrijversgilde in overweging genomen. Vermits ik geen Hart heb kan ik ook niet Hard zijn. Ik blijf een voortvluchtige. Op de rustige, knusse nocturne van twee november had ik reeds langsheen alle standen gestruind en op stand nr. 112 van Sterling Books buitenlandse literatuur gevonden. Meteen besloegen mijn brilglazen van ontroering en omwille van dit literair geluk dat tegenwoordig niet langer dan één minuut duurt, heb ik ten behoeve van het nageslacht een foto gemaakt. Vanzelfsprekend was het Engels. Natuurlijk is met Engels niks mis. Mits correct gebruik absoluut niet. Zelfs een ruiterlijke Georges Clemenceau (1841-1929), ‘Premier flic de France’, ‘le Tigre’ en illuster ijzervreter tijdens de eerste wereldoorlog, schreef: “L’Anglais ? Ce n’est jamais que du français mal prononcé." Een chronische liefde voor Frankrijk, waaronder deze voor croissants deed mij ooit aan en mijn pleidooien voor deze meest verhevene feuilleté in het rijk der Bladerdeegachtigen blijven duren. Van 29 oktober tot 1 november waagde ik nogmaals de oversteek naar Zuid-Engeland. Met vrouwlief verbleef ik in de buurt van Hastings waar dank zij de Normandiër, Guillaume le Conquérant, het autochtoon gezucht, gerochel en gekuch stierf, het Engels min of meer tot een taal werd geboetseerd zodat het zachtjes in de vaart der volkeren kon stromen. Sinds het heuglijke jaar 1066 werd de Engelse vocabulaire (vocabulary) met ongeveer vijftig procent Romaanse woorden tegen verder onheil gevaccineerd. Nergens tenzij vertaald was er Franse of Duitse literatuur aanwezig en gelet op onze binnenlandse buitengrens zelfs niets uit het zuiden des lands. En toen, als een spreekwoordelijk bliksemschicht aan een azuren hemel, als een te Lourdes op de bergen verscheen in een grot vol glans en vol luister, jawel toen kletterde het besef als een ouderwetse Belgische frank rinkelend voor deze aftandse grijsaard zijn voeten, ontspon zich inzicht in het versleten weefsel van zijn hoogste ledemaat: SNOBISME ! Men blijft gulzig chillen, triggeren, stretchen, replyen, spotten, swingen, framen, fundraisen, multitasken, partyen, playen, de ‘must sees’ en ‘must reeds’ daargelaten. Met ‘Be Welcome’ blijft het laagland ‘hungrie’ en ‘Redy for the Culture Club’ met ‘delicious food and friends’ helaas zonder kidz. Weliswaar is dit alles ‘fucking random’ gekozen. Het onderwijs wordt geteisterd met het flauw herkauwen van ‘tools’ en ‘skills’. Alleen al van ‘Graphic poem’ of ’Graphic novel’ krijg ik meteen reuma, de ‘feedback’ is nochtans overweldigend. En al die ‘mooie pics’ die verschijnen, laat staan een ‘white hemd’ als een fluim door een minister opgehoest. O Pidgin Pigs ! O Vlangels ! Samen met de hoofddoekjes is het Engelskiljonisme als opstijgend grondvocht in het taalbeeld verschenen. Waar is toch de tijd van ‘Quelle vlaag’, ‘ Sur ce kast là’ gebleven? Waar ‘J’admire comme les Belges parlent flamand en français’ ? O Victor Hugo ! Waar ‘Lorsque tu fermeras mes yeux à la lumière’ van Émile Verhaeren, in Frankrijk nog steeds een monument in het literair geheugen gebeiteld ? Waar ‘Les cendres de Claes battent sur ma poitrine’, ‘La Légende d’Ulenspiegel’ van Charles De Coster? Mijn verwelkte ogen tranen van oubollige weemoed. O Jerum ! Ik heb een slecht karakter, ik weet het. Niettemin hierbij nog maar eens ‘The Snob’: http://www.frankdevos.be/bekijk.asp?type=v&id=531&reeks=50 Bien à vous Frank De Vos.