Marc Bruynseraede over 'Impromptu d'Automne' |
TEKST |
donderdag 6 juni 2019 om 17:15 uur. | Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 2318 maal bekeken.
Quirilian : Impromptu d’Automne ‘Pour ceux qui partent’ : zij die op reis gaan naar schoonheid, naar waarachtigheid, naar eeuwigheid. Voor hen zingt de Troubadour. Frank De Vos en Jan Mertens hebben met Quirilian een nieuwe CD uitgebracht, onder de titel “Impromptu d’Automne”. Als de bladeren van de bomen vallen, vallen ontegensprekelijk ook de liedjes uit de gitaar. Liedjes die niet zomaar liedjes zijn maar lieflijke, hoofse verzuchtingen, melancholische bespiegelingen over de vergankelijkheid, de tijdelijkheid van de liefde, het leven, van de schoonheid. In deze zin versmelt de muziek van Frank en Jan met de poëzie van Guy Commerman, zoals ik in de navolgende bespreking zal aantonen. Maar eerst even over de CD van Frank De Vos : “Het Quirilian” zegt hij zelf op zijn website “is een uitgestorven kristaltaal. Onder de vorm van knetterende narcissen werd deze tijdens nachtelijke vuurvliegoefeningen opnieuw waargenomen. Niet nader te omschrijven klonken er woorden in klank en in onvatbare taal. Het is bekend dat Elfen als eersten dit unieke instrument gebruikten.” Vandaag zet de Troubadour Frank De Vos onvermoeid en onverminderd dit poëtische werk verder. Hij bezingt de melancholische herfst die, nog even vóór het sterven, al zijn schoonheid toont. En hoe de liefde – hoe onvergankelijk en onsterfelijk ook - toch nooit genoeg kan zijn om de honger naar schoonheid te stillen. Louis de Bourbon zegt het zo mooi in het vers van zijn gedicht ‘In de ochtend’ : Zo is de mens die door dit leven gaat; hij raakt vermoeid van dagen en van nachten, zijn stem wordt stil, maar iets in hem blijft smachten naar eeuwigheid, naar liefde zonder maat. In het melancholieke repertoire mag ook de eenzaamheid niet ontbreken en daar wijdt de Troubadour ‘A Tale of solitude’ aan. Eenieder kan zich in de rijkdom van dit gevoel weerspiegelen. Negen poëtische parels staan op deze nieuwe CD van Frank De Vos. Het laatste liedje ‘Whatever time created’ brengt een diepzinnige mijmering over de tijd, die als een wolk voorbij drijft, als een droom, als het wieken van engelenvleugels. En in de kleuren van de wind, de eindeloze stilte van het niets, weerklinkt dit lied. Bernautz de Ventadom, de twaalfde eeuwse troubadour, zong “La joie m’enchaîne”. De vreugde neemt bezit van mij. Bij het beluisteren van “Impromptu d’Automne”zou ik eraan toevoegen : “Le joli m’enrichie”. Schoonheid verrijkt mij. Marc Bruynseraede 6 mei 2019