Belegerd |
TEKST |
dinsdag 21 april 2020 om 02:38 uur. | Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 1877 maal bekeken.
In lockdown. Meer dan een maand leef ik mijn kooi opgehokt. De nacht is helder, sterren twinkelen hun nachtelijk cliché. ‘’Lux In Tenebris – Licht in de duisternis’’. Ik zie de Grote Beer. Steeds haasten mijn gedachten zich langzaam naar een balans tussen voortvarende flinkheid en nauwkeurigheid. “ Van voren naar achter van links naar rechts, van onder naar boven van links naar rechts’’ is hierbij een passend kampvuurliedje. Badineren of gekscheren is een werkwoord dat niet zozeer aan mij is besteed. Ik ben een trieste plant en veel te ernstig. Uit het boek “In gesprek met Etienne Vermeersch: een zoektocht naar waarheid’ van Dirk Verhofstadt, herinner ik mij dat Vermeersch stelt dat het heelal uitdijt en dat men dat weet door het roder wordend licht. “Effe Appeldoorn bellen” daagt. In dit geval telefoneer ik toch maar beter een natuurkundige op, een vriend beslagen in de fundamentele fysica. Wanneer Walter vertelt, land ik meteen op een gedichtenavond waar uitsluitend hermetische poëzie wordt voorgelezen. Ergens hoor ik dan wel een klok luiden, de klepel kan ik maar niet vinden. Ik ben dan de duisternis dat het licht niet vat. Mijn verstand is hiervoor te beperkt, te smal. Walter spreekt over het verschuiven van rood naar infrarood en verder. Het is te vergelijken met het akoestische Dopplereffect, veranderingen van de frequenties van licht en geluid etc. enz. en zo verder. Op mijn lippen verschijnt het knullig lachje der dommen. Als eerste voorbeeld geeft hij het geluid van een voorbij vliegende straaljager. Het ‘ieeeeeuw…’ van het aanstormend crescendo verzacht in een decrescendo en verdwijnt. Maar dit voorbeeld vliegt veel te snel voorbij. Een tweede voorbeeld is het rijzen van een rozijnenbrood. Er zijn rozijnen die zich bij het rijzen van elkaar verwijderen of de roodverschuiving. Andere rozijnen komen dan weer bij elkaar en dan spreekt men van een blauwverschuiving. Wanneer Walter het rozijnenbrood als voorbeeld aanhaalt, kijk ik op. De lach der wetenden licht nu op mijn mond want ik eet ontzettend graag rozijnenbrood, liefst dik beboterd en belegd met belegen Goudakaas. Ik krijg honger want ik moet nog ontbijten. Of hoe wetenschap mij naar zoetheid doet verglijden. Walter wordt warm van de eenvoud van prachtige wiskundige formules zoals E = mc2, Einsteins relativiteitstheorie in vijf tekens samengevat. Zelfs ik kan deze schoonheid reproduceren. Maar daar blijft het bij. In 1997 bezocht ik de CERN nabij Genève op de grens van Frankrijk en Zwitserland. Iemand van ons gezelschap heeft mij toen de relativiteitstheorie uitgelegd. Ik deed maar alsof ik het begreep. ’Dat is nogal wiedes’ hoor ik u nu denken. Inderdaad, want er kwam geen beboterd rozijnbrood bij kijken. Die ingenieur was eenvoudigweg de beeldende poëzie met die rozijnen vergeten. Vandaar… Op 22 april 2012 signeerde Etienne Vermeersch, atheïstisch filosoof, het bewuste boek: ‘Voor Frank De Vos. “Onderzoek alles, behoud het goede”(1 Thess, 5)’ De afkorting staat voor 1e brief van de apostel Paulus aan de Tessalonicenzen, hoofdstuk 5. Sindsdien neem ik deze Bijbelse wijsheid ter harte. Ten bewijze laat ik mijn rechterhand mijn beide wangen onderzoeken. Ik moet me scheren... En hij zag dat het goed was...