Twee teelballen voor drie octaven.

TEKST groter lettertype kleiner lettertype

zaterdag 8 december 2012 om 14:56 uur.    |    Terug naar Proza
Dit werk werd reeds 2403 maal bekeken.


Il parcourt avec une même facilité une extension de vingt-trois notes (environ trois octaves), et personne ne se rappelle avoir écouté quelque chose qui puisse s’y comparer.’Een getuigenis van een tijdgenoot over Farinelli

 

Voor puur muzikaal genot werden in Europa jongens voor hun tiende jaar gecastreerd. Zo trachtte men om hun zangstem te behouden. Deze volwassen zangers met de stembanden van een kind maar met volwassen longen, duiken vanaf de zeventiendeeeuw op. Het hoogtepunt is de achttiende eeuw. Carlo Broschi is dankzij de romantische, biografische film Farinelli uit 1994 vandaag de meeste bekende castraatzanger. Bernacci, Caffarelli, Senesino, Rauzini waren samen met Farinelli eveneens gevierde Divo’s. De laatste grote operarollen voor een castraatzanger werden voor Velluti in de eerste kwart van de negentiende eeuw gecomponeerd: Rossini’s Aureliano in Palmyra en Meyerbeer’s Il crociato in Egitto. Nadien verdwenen ze van de scène. In een gesprek met Richard Wagner betreurde Rossini dit einde:

’Men kan zich geen idee vormen van de bekoring van de stem en de volleerde virtuositeit die deze besten der besten, bij gebrek aan iets anders en uit gelukkige compensatie, bezaten. Nu de castrati zijn uitgestorven en het in onbruik is geraakt om nieuwe te snijden is de neergang van de zangkunst onomkeerbaar’.

Pour la petite histoire: Velluti was eveneens een beslagen alkoofridder. Vele echtgenoten van zijn veroveringen konden niet geloven dat hun vrouwen zich met deze schone jongeling inlieten omdat ze niet begrepen dat alles nog werkte weliswaar zonder spermatozoïden. Castraten als ideale minnaars voor wijze edoch weke vrouwen, zeker in tijden toen er van anticonceptiva amper sprake was.

Uit het begin van vorige eeuw dateert een opname op wasrollen met de stem van ’L’angelo di Roma’, de castraat Alessandro Moreschi (1859-1922). Hij was als sopraan van 1883 tot 1913 verbonden aan de Sixtijnse kapel. Onverminderd de krakkemikkige opname is het een uniek document. Het zet de deur op een kleine kier naar de schittering van vergane tonen.

Met uitzondering van Frankrijk speelden kastraten in tegenstelling tot de katholieke landen in het muzikale leven van het protestantse Noord Europa amper een rol.

Op Paulus, de goeroe die met uitsluiting van alle andere vroegchristelijke stromingen aan het begin van onze tijdrekening, het christendom definitief vorm gaf, rustte het verbod voor vrouwen om in de kerk te spreken, laat staan te zingen. Een verbod op basis van een interpretatie van ’geopenbaarde’ waarheden, de vrouw die uit de rib van de man werd gesneden en zodoende een inferieur wezen is.

In zijn eerste brief aan de Korintiërs 14.34-35 schrijft Paulus: “moeten de vrouwen in de bijeenkomsten zwijgen. Want het is haar taak niet, te spreken; maar ze moeten onderdanig zijn…Want het is voor een vrouw onbetamelijk, in de kerk het woord te voeren…”

Het manco van de hoge vrouwelijke sopraanstem werd eerst opgevuld met falset-zangers, een Spanje traditie, nadien met de ontwikkeling van het belcanto in de opera door de castraatstem.

Even een zijdelingse anekdote: van rond 1700 dateert eveneens het pauselijke verbod om opera’s uit te voeren. Profane thema’s mochten niet meer, enkel oratoria met ’heilige’ onderwerpen konden aan bod komen. De unieke mezzosopraan Cecilia Bartoli wijdde er met haar Opera proibita een cd aan. Pas op het einde van de achttiende eeuw werd dit verbod opgeheven.

De geschiedenis van deze primi uomini is een Italiaans fenomeen, meer bepaald in het koninkrijk Napels, het centrum van de opera tijdens de eerste helft van de achttiende eeuw. Het aantal castraties van kinderen wordt er op het hoogtepunt van deze mode op enkele duizenden per jaar geschat. Ze waren veelal afkomstig uit arme boerenfamilies die hiermee op een rijk inkomen hoopten, een verzekering voor hun oude dag. Want voor een optreden ontvingen bekende castraatzangers fabelachtige honoraria. Voor de castratie diende de jongen evenwel zijn toestemming te geven. Natuurlijk had die geen besef van de reikwijdte van deze ingreep. De smoezen die werden verzonnen zijn bekend: een afwijking bij de geboorte, ergens aan blijven ’haken’ tot en met de beet van een varken in het jonge kruis.

De slaagkans dat zij het tot een muziekster uitgroeiden was minimaal. Eén op duizend? De minderen verdwenen in plaatselijke kerkkoren, de beteren bevolkten het koor van de pauselijke Sixtijnse kapel. Als men weet dat er spotschriften en karikaturen over deze castraten bestaan zoals de spotprent van de beroemde Senesino, dan is het niet denkbeeldig dat het verminkte afval dat nergens aan bod kwam, nog een dankbaarder object werd van spot. Uiteindelijk werd in 1878 castratie door paus Leo XIII verboden.

De impact van deze verminkende ingreep liet op de fysiek natuurlijk zijn sporen na: een op hol geslagen hormonenstelsel, buiten een weelderige haardos geen lichaamsbeharing, vetophopingen op dijen en heupen, een aanleg tot zwaarlijvigheid en een abnormale lengte. De psychische letsels zijn eveneens gekend: een onevenwichtig temperament met agressie, nukkigheid en extravagante eisen. De arrogantie van Caffarelli en Senesino waar Haendel o.a zijn evergreen Ombra mai fu voor schreef, was berucht. Farinelli, ’Il ragazzo’ gevormd door de legendarische zangpedagoog Nicola Porpora schijnt echter een minzame man te zijn geweest,

Bekend zijn de Napolitaanse muziekscholen waar deze kinderen met een Spartaanse dril dagelijks urenlang werden klaargestoomd voor de virtuoze extravaganza, de vocale acrobatie die in operahuizen werden opgevoerd.

Voorbeelden van hun virtuositeit zijn gekend: het duel met een trompettist waarbij Farinelli stuk voor stuk nazong wat deze hem voorspeelde, tot de trompettist in ademnood kwam en het moest afleggen tegen het longvolume van Farinelli, die rustig verder zong én met de nodige versieringen. Er is het duel met de twintig jaar oudere Bernacchi waarbij deze in de eerste plaats de ornamentering van Farinelli gebruikte om er nadien zijn eigen indrukwekkende versieringen aan toe te voegen. Ze werden levenslange vrienden.

Wat te denken van volgende beschrijving: tijdens een optreden zong Farinelli in één adembeweging 150 noten op één syllabe; een melisma dat we ons vandaag niet kunnen voorstellen! In London werd ’One God, one Farineli!’ geroepen, verlangend vielen vrouwen in zwijm.

Vertel mij, dierbare Clio door welke ogen ik moet kijken om ’bloss zeigen wie es eigentlich gewesen’ (Leopold von Ranke)? Moet ik een leesbril uit de aufgeklärte achttiende eeuw zien te bemachtigen of volstaat die van nu, A.D. 2012? In welke mate is onze hedendaagse ethiek toepasbaar op het verleden? Hoe een Zeitgeist beoordelen? Troost mij, muze nu dit sublieme voor altijd werd afgesloten.

Frank DE VOS




Vorige werk: De Zouaven van de Paus, een vergeten geschiedenis. Terug naar overzicht In de armen van Clio Volgende werk: El Silbo Gomero